Sarcoïden

Sarcoïden zijn de meest voorkomende huidtumoren bij paarden en pony’s. Hoewel ze goedaardig zijn en dus niet gaan metastaseren naar de organen, kunnen ze lokaal zeer agressief zijn. Deze tumoren worden geassocieerd met het bovine papilloma virus. De overdracht van dit virus kan zowel tussen rund en paard, of tussen paarden onderling gebeuren, waarschijnlijk via insecten. Elk paard kan sarcoïden ontwikkelen, ongeacht het ras, de leeftijd of haarkleur. Zelf ezels en zebra’s kunnen sarcoïden ontwikkelen. Sommige paarden zijn echter genetisch gepredisponeerd. Sarcoïden kunnen spontaan ontstaan, of groeien ter hoogte van slecht helende wonden. Deze tumoren kunnen zich overal op het lichaam ontwikkelen, maar we vinden we vooral terug op plaatsen met een dunne, weinig behaarde huid :                                                                

Tussen de achterbenen, rond de uier en de koker, rond de navel, ter hoogte van de oksels, de oogleden en de mond.

Diagnose

De diagnose van sarcoïden kan vaak gesteld worden op basis van hun uitzicht. De letsels kunnen enkelvoudig zijn, of multiple letsels kunnen zich ontwikkelen. Hun uitzicht en omvang is heel variabel.

We kunnen verschillende soorten sarcoïden onderscheiden :

  • Verruceuze sarcoïden : deze sarcoïden lijken op wratten en vertonen een hyperkeratotische bovenste laag. Deze sarcoïden zijn meestal weinig actief. 
  • Occulte sarcoïden : deze sarcoïden uiten zich als een kleine ronde, haarloze plek met een grijsachtig oppervlakte. Deze sarcoïden zijn meestal weinig actief.
  • Nodulaire sarcoïden : deze sarcoïden bevinden zich onderhuids. De huid boven op het sarcoïd lijkt macroscopisch niet aangetast of kan alopecie vertonen. Deze tumoren   zijn vaak bewegelijk onder de huid.
  • Fibroblastische sarcoïden : deze sarcoiden zien eruit als een weefselachtige massa, met een ulceratief oppervlakte. Het oppervlak van deze sarcoiden kan gemakkelijk secundair geïnfecteerd geraken of zelf geïnfesteerd geraken met maden. Deze sarcoiden groeien doorgaand snel en zijn zeer infiltratief.
  • Gemengde type : verschillende soorten sarcoïden kunnen tegelijk voorkomen.
  • Malevolente type : deze soort sarcoïden zijn kwaadaardig en kunnen dus uitzaaien. Gelukkig is dit type zeer zeldzaam.

Een alternatieve mogelijkheid is het nemen van een biopt voor histologisch onderzoek, of het aantonen van het bovine papilloma virus met PCR. Er dient voorzichtig omgesprongen te worden met het nemen van biopten aangezien de tumor hierdoor geactiveerd kan worden.

Behandeling

De behandeling van sarcoïden kan een hele uitdaging zijn. Indien sarcoïden onsuccesvol behandeld worden zijn ze vaak agressiever en moeilijker te behandelen. Door hun infiltratieve karakter in de omgevende weefsels, recidiveren deze tumoren gemakkelijk. Een aangepaste behandeling is dus noodzakelijk naargelang het type sarcoïd, de grote en de lokalisatie. Sarcoïden worden best reeds behandeld in een vroeg stadium, gezien de kans op volledige heling hier het grootst is. Hoe groter en agressiever het sarcoïd, hoe groter de kans op recidief. Wanneer de ernst van sarcoïden genegeerd wordt, kunnen deze extreem groot worden, waardoor de behandeling moeilijk tot zelf onmogelijk wordt.

Behandeling met zalf

Kleine occulte en verruceuze sarcoïden kunnen jarenlang stabiel blijven of vanzelf verdwijnen. Een behandeling met Efudix of Aldara kan in deze gevallen aangewezen zijn. Efudix is een zalf op basis van 5-fluorouracil welke een cytostatische werking heeft. Het zal de tumorgroei stoppen waardoor de tumor afsterft. Nadelig aan deze zalf is dat ze een branderig gevoel veroorzaakt waardoor na enkele behandelingen de applicatie van deze zalf moeilijk of zelf gevaarlijk kan worden.

Aldara is een zalf op basis van imiquimod welke lokaal en immunitaire reactie zal veroorzaken. Hierdoor zal het ‘opruimen van afwijkende cellen’ bevorderd worden waardoor het lichaam de tumor zalf afbreken. Deze crème is minder agressief dan Efudix, en kan dus gemakkelijker op gevoelige plaatsen aangebracht worden (vb tussen de achterbenen, ter hoogte van de uier). De behandeling met Aldara duurt echter wel langer. Deze sarcoïden dienen echter wel goed in het oog gehouden worden gezien ze elk moment van type kunnen veranderen en snel kunnen groeien. Indien dit gebeurt dit onmiddellijk ingegrepen te worden.

Chirurgische excisie

Voor sommige kleine Fibroblastische of nodulaire sarcoïden is een chirurgische excisie een goed optie. Het sarcoïd wordt hierbij weggesneden met een brede marge. Indien het sarcoïd te groot is om de huid primair te sluiten, kan geopteerd worden voor een excisie met behulp van een laser. Hierbij wordt het sarcoïd als het ware weggebrand, waardoor de kans op recidief kleiner is. Na de excisie dienen de wonden heel goed opgevolgd te worden, gezien er steeds een kans is op recidief (tot zelfs 50%). Indien dit het geval is, dient snel ingegrepen te worden.

 Elektrochemotherapie

Elektrochemotherapie is een nieuwe behandelingsmethode voor sarcoïden met zeer goede resultaten (slaagkans tot 97%!). Bij deze therapie wordt de tumor lokaal ingespoten met een cytostatisch product (cisplatine) wat de DNA-synthese van de tumor zal stopzetten. Dit zal zorgen voor het afsterven van de tumor. De werking van cisplatine is dus binnenin de cel. Doordat cisplatine een grote molecule is, en deze niet zomaar de celmembraan geraakt, dienen elektrische pulsen gegeven te worden ter hoogte van de tumoren zodat de celmembraan gedepolariseerd wordt. Hierdoor kan de cisplatine rechtstreeks inwerken op de DNA-synthese, waardoor de behandeling veel effectiever wordt. Dit zorgt er ook voor dat de cisplatine enkel lokaal een effect heeft, waardoor dit geen weerslag geeft op de gezondheid van het paard. Gezien paarden deze elektrische pulsen niet verdragen onder sedatie, wordt deze behandeling uit tijdens een korte algemene anesthesie. Deze behandeling kan ook uitgevoerd worden in combinatie met chirurgische excisie om de kans op recidief te verkleinen.

Deze behandeling kan zeer nuttig zijn voor sarcoïden waarbij chirurgische excisie met brede marge niet mogelijk is (bijvoorbeeld ter hoogte van het bovenste ooglid, grote sarcoïden), of bij de behandeling van agressieve sarcoïden (vb. Fibroblastische vorm). Ook voor de behandeling van uitgebreide verruceuze of occulte letsels is deze behandeling sterk aangeraden. Afhankelijk van het type tumor en de grote ervan zijn 2 tot zelfs 8 behandelingen nodig voor een complete regressie van de tumor te bekomen. De verschillende behandelingen worden steeds uitgevoerd met 3-4 weken interval.