Meest voorkomende aandoeningen: syndroom van Cushing, metabool syndroom bij paarden, schildklieraandoening, metabole hoefbevangenheid.

Onderzoek en behandeling: dynamische test op bloedglucose en insuline, schildklierhormoonanalyse, echografie van de schildklier, behandeling van paarden met metabole hoefbevangenheid.

Het syndroom van Cushing: De ziekte van Cushing is een hormonale ziekte die oudere paarden treft. Het wordt gekenmerkt door gewichtsverlies, een lange en ruige vacht die gepaard gaat met vertraagde rui, veelvuldig plassen en meer drinken, vatbaarheid voor infecties, overmatig zweten, enz. De diagnose kan worden gesteld door een specifiek bloedonderzoek. Levenslange behandeling is mogelijk. 

Equine metabool syndroom: Equine metabool syndroom is een stofwisselingsziekte. Aangetaste paarden hebben meestal overgewicht en abnormale vetophopingen (bv. nek, schouders, stuit, enz.). 

Laminitis is een frequent gevolg van de ziekte. De diagnose van het metabool syndroom bij paarden wordt gesteld door het paard te onderzoeken op de aanwezigheid van vetweefselafzettingen en door bloedtests uit te voeren die de aanwezigheid van verhoogde bloedglucose- en insulinewaarden aantonen.  

Laminitis van metabolische oorsprong: Laminitis is een voetziekte. Het bestaat uit een ontsteking van de weefsels die het voetbeen verbinden met de hoornlaag. Deze twee structuren raken uit elkaar, waardoor het derde kootje van de voet in de hoornvliesdoos daalt en/of draait. Dit resulteert in hevige pijn, het paard heeft een stijve gang, kan terughoudend zijn met bewegen en heeft verhoogde vingers en warme voeten. 

In het geval van hoefbevangenheid is het belangrijk te trachten de oorzaak vast te stellen (metabolische oorsprong, overbelasting van het gewicht van een ledemaat ten gevolge van een pathologie van het contralaterale ledemaat, overbelasting van het voedsel...) om een zo aangepast mogelijke behandeling op te zetten. De behandeling van de pijn, de toediening van geschikte geneesmiddelen naar gelang van de oorzaak en hoefsmidwerk volgens de röntgenfoto's van de voeten zijn zeer belangrijk.  

Schildklierziekte: Hoewel schildklierziekte zeldzaam is bij het volwassen paard, kunnen schildklierhormoonspiegels worden gemeten om te bepalen of er een toename of afname is van de schildklierhormoonproductie.  In de meeste gevallen is een eenzijdige toename van de grootte van de schildklier te zien in aanwezigheid van een schildklierziekte. Meestal houdt deze vergroting van de klier verband met de aanwezigheid van een adenoom (goedaardige tumor).