Stamcellen worden in een laboratorium aangemaakt. Ze worden uit het bloed geïsoleerd en gecultiveerd teneinde een zeer hoge concentratie aan zuivere stamcellen te bekomen. Ze kunnen zowel gedifferentieerd als niet-gedifferentieerd zijn. De niet-gedifferentieerde cellen bezitten de eigenschap zich aan te passen aan elk type cel, wat soms voor problemen kan zorgen. Hierdoor gebruiken wij gedifferentieerde stamcellen. Deze passen zich aan aan een specifiek weefsel (peesstamcellen voor peesblessures, kraakbeenstamcellen voor kraakbeenletsels, ...), waardoor de genezing veel sneller verloopt.